Het Vogeltje van Amsterdam

Eén van mijn lievelingsboeken ‘Het Vogeltje van Amsterdam’ van Guus Kuijer, bewerkt tot een theatervoorstelling. Ik hoop dat ik het boek ooit mag vertalen naar het witte doek.

Op 16 januari van het jaar van de golfoorlog wordt Joost Nasta, een afgeknapte leraar Nederlands die in de WAO is terechtgekomen, onverhoeds bekeerd, terwijl hij onafgebroken staart naar een kunstwerk voorstellende een kolenzak vol kolen. Daarmee begint voor deze weliswaar redelijk bijbelvaste, maar volslagen ongodsdienstige man een bewogen periode. Terwijl in Irak hele volksstammen ‘chirurgisch’ onder het woestijnzand worden gebombardeerd, trekt Nasta na de openbaring Gods voortdurend op met een buitengewoon verward meisje dat geobsedeerd wordt door maar één idee: ze wil in de Bijlmer van de hoogste flat afspringen en vliegen. ‘Vogeltje’ noemt Nasta haar, een verwijzing naar Zippora, de eerste vrouw van Mozes. In briljant en meeslepend, maar ook zeker humoristisch proza wordt de hectische wereld blootgelegd van de personages, die allen behoorlijk scheef en verknipt in het leven staan.